Jakarta

De eerste dag in Indonesië. Nasi als ontbijt is wennen. Jakarta moet je zo snel mogelijk weg zegt iedereen. Lekkere aanrader voor een stad van 10mio inwoners. Het plan is om naar Kota te gaan. De taxi zet ons af  bij het Taman Fatahillah marktplein waar we gelijk omringd worden door studenten voor een enquete. Het plein zelf is nog een herinering aan de Nederlanders die o.a. het amsterdamse stadhuis hebben nagebouwd. Een must-do is het koloniale Batavia-cafe voor een duur drankje, maar leuk om te doen.

Vismarkt
Laura wil nu ook weleens in een Bajaj, dit is de indonesische TukTuk. Deze scheurt ons door de stad naar de haven Sunda Kelapa. Enorme houten schepen liggen daar aan wal. Na wat afdingen stappen we in een klein smal bootje om de haven vanaf het water te zien. Erg leuk, zeker als we daarna afgezet worden op de vismarkt. Een kruip-door-sluip-door van huisjes met veel soorten vis, aangevuld met riool-lucht. Colinda koopt verderop een vers gefrituurde koek met pindasmaak en chilisaus. De 5x te duurder factor wordt zichtbaar toegepast, maar 6 cent is nog steeds niet te duur. 

Kunstkring
Voor een collega van Colinda gaan we op zoek naar het woonhuis van haar vader in Jakarta. Een mooie plek in de ambasadewijk, aan een grote vijver. Er ontstaat wat gemor als we niet de taxi terug nemen, maar lopend door de wijk gaan en denken daar wat te eten kunnen vinden. Mooie lange lanen, waar je ook echt niets kan vinden.Totdat we aan de overkant parasols zien. Hier blijkt het Kunstkring Paleis te zitten, nu een hotel maar ooit de Nederlanders die hun passie voor kunst hier deelden. Een schiterende koloniale omgeving om te lunchen. De bitterballen en erwtensoep staan echt op de kaart, maar die eten we thuis wel weer.